Slaapkoppen
I’m lying in my bed and I can’t get asleep. My head is full of melodies and I am counting sheep. Tijdens weer eens zo’n nacht waarin ik rusteloos lig te woelen in mijn bed en het mij niet lukt de slaap te vinden, maalt dit lied van Jan Rot eindeloos door mijn hoofd.
Slaperig lees ik bij het ontbijt de krant en wens ik dat ik een keelbandpinquin ben. Deze doet namelijk meer dan tienduizend dutjes op een dag en slaapt daardoor bijna 15 uur per dag. Na de zoveelste slapeloze nacht op rij kan ik mij niets fijners indenken. De dutjes van deze slaapkop duren gemiddeld zo’n vier seconden, maar nooit langer dan 34 seconden achter elkaar.
Over het algemeen wordt aangenomen dat zeven tot negen uur slaap per nacht het beste is voor de gezondheid. Zo lang achter elkaar slapen is beslist niet de standaard. Alleen primaten slapen maar een keer per etmaal. Andere dieren doen, net als de keelbandpinguin, dutjes. Bij zoogdieren variëren deze in lengte van zes minuten tot twee uur.
Bijna iedereen is inmiddels wel bekend met het feit dat er verschillende fasen van slaap zijn en dat deze fasen verschillen in diepte. In het begin van de slaapcyclus is sprake van een lichte, dommelende slaap, waaruit iemand snel en gemakkelijk ontwaakt. Daarna volgt een overgang naar steeds diepere fasen. In de loop van de nacht wordt deze cyclus enkel malen herhaald.
De behoefte aan slaap is een van de krachtigste behoeften die er bestaan. Als men maar lang genoeg wakker gehouden wordt zal de drang om te slapen uiteindelijk bijna alle andere behoeften naar de achtergrond dringen. Wanneer slapen onmogelijk wordt gemaakt zijn er wel flarden microslaap, waarbij men enkele seconden wegdoezelt. Het dutje van de keelbandpinguin zeg maar.
Onderzoekers zijn er nog steeds niet over uit waar de behoefte aan slaap vandaan komt. Sommigen menen dat het een evolutionair overblijfsel uit vroeger tijden is. Voor onze primaire voorouders had slaap een adaptieve functie. Door dagelijks enige tijd in een schuilplaats door te brengen konden zij energie sparen en uit het zicht van belagers blijven.
De keelbandpinguins hebben deze mogelijkheid niet. In de kolonies waar zij broeden is het voortdurend onrustig. Meeuwen komen langs om eieren en kuikens te roven. Bovendien leven de pinguins zo dicht op elkaar in de kolonie, dat ze voortdurend elkaars territorium schenden. Hierdoor is het van groot belang dat zij waakzaam en alert zijn en kunnen zij geen uren achter elkaar slapen.
Voor de huidige mens is deze vorm van waakzaamheid en alertheid geen noodzaak meer. Daarom denken andere onderzoekers dat slaap een herstellende functie heeft. Tijdens de slaap zou een of andere vitale stof opnieuw worden aangemaakt in het zenuwstelsel.
Wat de functie van slaap ook is, onze behoefte aan slaap is buitengewoon krachtig. Gemiddeld slapen wij zo’n 25 jaar in een mensenleven. Dat dat niet per se ’s nachts hoeft, maar ook door middel van meerdere dutjes overdag kan, is een geruststellende gedachte na weer een slapeloze nacht. Nu alleen mijn werkgever hiervan nog overtuigen.