Muzikale levensleidraad
In 1984 zag ik ze voor het eerst. Tijdens een feest van mijn Hbo-opleiding deelde ik een Chinese afhaalmaaltijd met ze in hun kleedkamer. Vanaf toen volgde ik ze het land door: van Groningen tot Amsterdam, via Bloemendaal naar Eelde, door naar Rotterdam en Amstelveen. Bij de honderden concerten die ik bezocht dacht ik maar een keer: mwoah. Ik werd gegrepen door de teksten, soms zomaar een mooi liefdesliedje, maar vaak ook een actuele boodschap. Hun poëtische teksten passen bij iedere fase in een mensenleven: of het nu gaat om liefde, tegenslag, vreugde of verdriet. Zaken waar we allemaal mee te maken krijgen in het leven dat vaak voorspoedig verloopt, maar soms ook een worsteling kan zijn.
Ik vind het heerlijk op hun muziek te dansen met een biertje in mijn handen, maar ook thuis pak ik vaak hun CD’s erbij om uiting te geven aan mijn gevoelens. Het eindigen van een relatie ken ik niet, maar ik voel het verdriet als ik Bloedend Hart opzet. Het verlies van dierbaren bezongen in Niemand in de Stad ken ik helaas maar al te goed. Iedereen gaat maar dood schreeuw ik woedend mee.
Recht in de Ogen geeft moed, want ondanks hufters, klootzakken en foute mannen als Mark, Jeffrey en Johan, bezingen zij dat de meeste mensen nog steeds het hart op de juiste plaats hebben. Ga in mijn Schoenen Staan wijst me erop dat ik niet zo snel moet oordelen, maar me beter eens kan verplaatsen in een ander. En wie kent nou niet het gevoel iemand pas te missen Als ze er niet is. Later is Nu coacht ons zaken beter niet uit stellen, omdat het dan wel eens te laat kan zijn. Dansen op de Vulkaan deed ik letterlijk in Indonesië, maar doen we figuurlijk nu allemaal. Wie had kunnen denken dat een tekst uit 1987 beschrijft wat er nu om ons heen plaatsvindt.
Ik kan het niet alleen zingen de mannen, maar helaas: het zal wel moeten. Nog een keer Ziggo Dome, nog een keer Groningen en dan gaat het licht uit.