Een schril contrast
Vol ongeloof staar ik naar het scherm van mijn TV. Ik kan gewoon niet bevatten wat zojuist voorbij kwam in het journaal. Noem me naïef, maar ik verwacht dat de redactie van het journaal nadenkt over welk nieuws zij brengt en hoe. De overgang tussen deze twee nieuwsitems slaat werkelijk alles en treft me als een mokerslag. Heeft nu echt niemand hierover nagedacht. Zou het mensen die elke dag met het nieuws bezig zijn nog wel raken, vraag ik me af.
Eerst is er een boeiend item over het leven in Libanon. De correspondent ter plaatse vertelt dat het leven voor de meeste mensen in Libanon zwaar is. Ter illustratie wordt een oudere man geïnterviewd. Hij vertelt dat hij buschauffeur is en dat hij zeventig is. Hij werkt nog elke dag, want hij heeft geen pensioen waardoor hij moet blijven werken tot hij erbij neervalt, zoals hij dat zelf omschrijft. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij werkt voor 6 dollar per dag, en dat hij heel graag zou willen stoppen, maar dat er voor ouderen in Libanon niets is geregeld. Dit persoonlijke verhaal raakt me. Door de tranen in de ogen en de wanhoop op het gegroefde, vermoeide gezicht van de buschauffeur, maar ook door het verschil met enkele van mijn vrienden die al met pensioen zijn en kunnen gaan en staan waar zij willen, mogelijk gemaakt door hun AOW-uitkering en opgebouwd pensioen.
Maar dan, BAM! Het contrast kan niet groter zijn. Het volgende item gaat over festivals in Nederland. De nieuwslezeres vertelt dat de festivals duurder zijn dan ooit. Een schor pratende festivalganger wordt geïnterviewd, een biertje in zijn hand. Hij klaagt dat hij wel een paar tientjes duurder uit is dan vorige jaren doordat onder andere de biertjes duurder zijn geworden.
Wat een overgang. Van een maatschappij waarin sommige inwoners bijna niets hebben en zich letterlijk doodwerken, naar ons land, waar de zaken voor de gemiddelde Nederlander zo goed geregeld zijn, dat er alleen nog te klagen valt over een duurder geworden biertje. Het verschil tussen werken tot je erbij neervalt en feesten tot je erbij neervalt.
De basis van de behoeftenpiramide van psycholoog Abraham Maslow bestaat uit de fundamentele behoeften van de mens, zoals eten, drinken en huisvesting. Pas als hierin is voorzien kan er sprake zijn van voortgaan naar de volgende trede van de piramide, bestaanszekerheid. De Libanese buschauffeur moet blijven werken om aan deze fundamentele behoeften te kunnen voldoen, waarbij zijn bestaan ook nog eens onzeker blijft. Dit in schril contrast met de festivalganger die zich geen zorgen hoeft te maken over vervulling van zijn fundamentele behoeften, zodat hij zich druk kan maken om de gestegen prijs van een biertje.
Natuurlijk gun ik iedereen zijn biertje, maar ik vraag me af of het geen tijd wordt dat we waarderen waar wij staan in de piramide, een comfortabele plek die niet voor iedereen is weggelegd.
Zou het de nieuwsredactie daar soms om te doen zijn geweest?